Het paardje ruikt zijn stal wordt gezegd als mensen die eerst niet vooruit te branden waren, ineens gaan opschieten omdat ze vlak bij huis zijn. Want in de stal is het veilig en warm en droog en er is eten. Daarom maken ze ineens vaart.

Het is bijzonder dat een paard zijn stal kan ruiken. Het reukvermogen is niet het best ontwikkelde zintuig van het dier. Paarden hebben echter wel een goed geheugen en zijn zeer intelligent. Hun richtingsgevoel is wel sterk ontwikkeld. Ze weten feilloos de weg naar de stal te vinden.

De stal vinden was vroeger niet nodig

Het paard stamt af van het zogenaamde ‘dageraadspaard’. Een paard van ongeveer vijftig centimeter hoog dat vanuit Amerika naar Europa kwam. Het paard zoals wij dat kennen ontstond zo’n vijf miljoen jaar geleden: het werd groter, kreeg minder tenen en het gebit veranderde.
Het paard stierf uit in Noord-Amerika door nog onbekende oorzaak vlak na de laatste ijstijd uit en werd pas rond 1500 weer teruggebracht door Columbus en de zijnen.
In de tijd dat stallen nog niet bestonden en paarden wel, leefden paarden in kuddes. De kuddes zwierven over de vlakten van Europa en Azië. Terugkomen bij de kudde betekende veiligheid en voedsel. Terugkomen bij de kudde was dus iets waarvoor een paard moeite wilde doen. Vandaar dat een paard wat sneller ging lopen: paardje ruikt zijn stal!
Met dank aan vriendin Mirella die heel veel weet over paarden!
Spreekwoorden zijn de kers op de taart van de Nederlandse taal, de krenten in de pap, zogezegd. Iedere week wil ik een spreekwoord behandelen. Voel je vrij om een spreekwoord aan te dragen als je wil weten waar het vandaan komt. Dan ga ik op onderzoek. Bekijk alle spreekwoorden.
Plaatje: Lily Lvnatikk